Tempelhoppen
Door: Frank
Blijf op de hoogte en volg Rosalie
13 April 2006 | Cambodja, Phnom-Penh
De volgende ochtend blijkt het ’s nachts ook nog te hebben geregend en dat maakt de kleiweg naar de eerste bestemming erg glibberig. Sambor Prei Kuk is een verzameling tempelruïnes uit de Chenla tijd van rond 600, vlak voor het Angkor imperium. In ieder ander land zouden de ruïnes drommen touristen trekken maar omdat er in Cambodja zo veel andere tempels te zien zijn, is het erg rustig. Ook wij rijden alleen een rondje, bekijken wat en gaan er na een uurtje weer vandoor omdat we nog een eind te gaan hebben en het vanmorgen niet zo opschoot. Gelukkig lukt dat ’s middags wel en zijn we na een mooie rit (en maar een beetje regen) om een uur of 3 al op onze slaapbestemming Tbeng Meanchey. Daar blijkt het erg lastig om een koud biertje te vinden, laat staan een leuk restaurantje.
Terwijl we net aan de toch nog gescoorde biertjes in de hangmat liggen, krijgt Roos telefoon: Mariolein! Ze zit met gezin in zuid Laos en is half van plan om ook naar Preah Vihear te rijden. Wij waren half van plan om Preah Vihear te bewaren voor een volgende keer maar al snel besluiten we het toch te proberen.
We laten onze “grote” rugzak achter in Tbeng Meanchey en rijden de volgende ochtend naar Koh Ker, je raadt het al: een verzameling tempelruïnes. De rit was beschreven als “3 tot 4 uur vanaf TBY” maar de weg valt erg mee en we zijn er binnen twee uur. Prachtige overwoekerde tempels van rond het jaar 1000, toen de hoofdstad van Cambodja (tijdelijk) van Angkor naar Koh Ker verhuisd is. Helaas ligt de omgeving hier, zoals eigenlijk de hele provincie, nog steeds bezaaid met landmijnen. Waar je ook kijkt zie je rode bordjes... De indrukwekkendste tempel hier is een pyramide van zo’n 60 meter waar vanaf we een prachtig uitzicht hebben over de omgeving. Daarvoor moeten we wel de klim op en neer in brandende zon doorstaan maar het is zeker de moeite waard.
Weer beneden staat het eten dat we voor de beklimming besteld hadden op ons te wachten en na een koffietje gaan we op weg naar Preah Vihear waar we onderaan de berg willen slapen. Preah Vihear zou “4 tot 5 uur van TBY” zijn maar ook hier: prima weg, nogal saai door het ontbreken van dorpjes, en om 3 uur zijn we in het dorpje. Daar blijken wat uiterst basic guesthouses te staan en al snel zijn we een bezienswaardigheid. Als Roos ook nog mee wil gokken in een wazig spelletje is de chaos compleet!
Door het Happy Beer (geen geintje) slapen we prima en de volgende ochtend crossen we vroeg de berg op. Een werkelijk enorme puinhoopweg met rotsblokken, kuilen en stijgingspercentages van 35%. Da’s best steil... En dan ook nog met uitzicht op de biljardlakenstrakke snelweg aan de Thaise kant. Gelukkig gaat ook dit goed en al snel kunnen we ons laven aan de Thaise smokkelwaar die op de kleine markt staat: sigaretten, parfums en whiskey in overvloed!
Preah Vihear ligt op een klif van de Dangkrek Mountains die de grens van Cambodja en Thailand vormen en is de “zustertempel” van Wat Phu Champasak in zuid Laos. De Khmer Rouge heeft zich in deze hoek van Cambodja teruggetrokken en tot ver in de jaren 90 verzet geboden aan het regeringsleger, vandaar ook de vele landmijnen. ’t Is bizar om de KR bunkers te zien die zijn gebouwd van brokstukken van de eeuwenoude tempel.
De tempel zelf is een schitterend, heel indrukwekkend bouwwerk. Door de grootte van het complex, de versieringen en zeker ook de ligging. Helaas kunnen Guido en Mariolein er deze keer niet bij zijn maar ’t is zeker de moeite waard!
Na de lunch is het tijd om ons voorzichtig naar beneden te storten en terug naar TBY te rijden. De volgende ochtend vroeg gaan we op weg naar de nummer 1 op onze verlanglijst: Preah Khan (of Prasat Bakan)! Daar lopen een paar wegen naar toe in de gradaties heel slecht tot afgrijselijk. En er liggen ook hier mijnen. De eerste weg die we proberen is 10km geasfalteerd en loopt dan uit in een soort zandvlakte met hier en daar een rood bordje. We keren om en rijden naar het volgende dorp om daar een gids te zoeken die ons kan helpen op de tweede route. Deze staat beschreven als “a simple little road”. De gids rijdt na 5 minuten al tot z’n assen door een meertje heen waar ik dus prompt vast kom te zitten door zwaardere motor en bepakking. 10 Minuten later zit ik weer vast in de spekgladde modder en ga bijna achterover de drek in. Fijn... Na een half uurtje stapt Roos achterop bij de gids om het gewicht wat beter te verdelen. Zo ploeteren we nog wat door: mul zand afgewisseld met plassen, kuilen en weer die spekgladde modder. Leuke rode bordjes naast de “weg”, trouwens... Na een uurtje vraagt Roos de gids hoe lang de rit nog gaat duren? Dat blijkt 2 uur te zijn. Het is 11 uur: nog 2 uur heen, 3 uur terug naar de hoofdweg en dan nog 2 uur naar Kampong Thom. Dan houden we wel erg weinig tijd over om nog iets te bekijken. Na uitvoerig beraad keren we om en bewaren Preah Khan tot de volgende keer.
De weg terug naar Kampong Thom blijkt na slechts 4 dagen regen veranderd in een puinhoop eerste orde en dus stuiteren we 3 uur naar Kampong Thom en dan nog 3 uur naar Phnom Penh. Dat was een beetje veel van ’t goede...
‘s Avonds thuis tracteren we onszelf op pizza, bier en American Idol. ‘s Morgens café latte, gebak en een welverdiende massage.
Vanaf hier voor straks “Gesegnete Paasfeest en bedankt voor die Bloeoemen”.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley